Jan was een buitengewone man. Hij was goed gezelschap om over Feyenoord mee te praten. Hij zat vol eindeloze verhalen, grappen en heel veel feiten. Voor Feyenoord heeft hij een zeer waardevolle taak verricht door samen met Paul Groenendijk de eerste 5 delen van “De Geschiedenis van Feyenoord” vast te leggen in 5 prachtige uitgaven. Onafhankelijk benadrukte hij altijd, en hij kon haarfijn uitleggen waarom. Ik weet van Jan dat hij ook de verdere delen heeft geschreven en dat die ook bijna klaar zijn om te drukken.
Hij was goed voor Rotterdam-Zuid en kreeg daarvoor in 1993 de Laurenspenning, en in 2007 de Erasmusspeld. Als afgestudeerd meester in de rechten richtte hij het Rotterdammologisch Instituut op. Naast Feyenoord lag bij hem de volle focus op Rotterdam-Zuid. Hij schreef er (ook samen met anderen) ruim 50 boeken over. Enkele roemruchte titels zijn: Wat zeggie? Azzie val dan leggie! [1984], De Rotterdamse geschiedenis in meer dan 100 verhalen [2005] en zijn lofdicht “Ode aan de Kuip”. In Theater Walhalla schitterde hij de afgelopen jaren voor groot publiek met zijn gesproken messcherpe columns.
Sinds 2018 was hij met hart en ziel betrokken bij de stichting Vrienden van de Kuip die het behoud van De Kuip als stadion van Feyenoord nastreeft. In de afgelopen periode was hij lid van de Raad van Advies. Jan was tot niet heel lang geleden de enige die steevast op de fiets onze vergaderingen bezocht. Wij gaan hem enorm missen. We wensen zijn naasten veel sterkte met het verlies van zo’n bijzonder mens.